Na de Middeleeuwen komen we in de Renaissance. In deze tijd is de kerk voor de koorzang nog steeds enorm belangrijk.  De vocale composities zijn meestal voor vier stemmen: sopraan, alt, tenor en bas. Alle stukken zijn a capella. De stemmen worden allemaal door mannen gezongen, voor vrouwen is het verboden om te  zingen in de kerk. De sopraan en alt wordt dus niet door een vrouw, maar door een man gezongen. Nu zal je misschien denken: 'Een man kan toch nooit zo hoog zingen als een vrouw?' Maar dat kan wel. Als een man zijn kopstem zo sterk getraind heeft dan kan hij even hoog kan zingen als de vrouwelijke sopraan of alt. Dit noem je dan een countertenor.

Als je naar deze auditie kijkt kan je heel erg goed de verwarring van de jury zien. Eerst denken ze dat het een vrouw is, daarna hebben ze het idee dat er 2 mensen op het podium staan. Helaas zien we niet de reactie van de juryleden, maar we denken dat ze erg verrast zullen zijn.

Dit is een voorbeeld van hoe de samenklank vroeger waarschijnlijk geklonken heeft. The King's Singers zijn een groep mannen die meerstemmige liederen zingen. Sommige van hun werken komen uit de Renaissance.

Als een man zijn stem niet goed genoeg heeft door ontwikkeld, zijn er altijd nog andere mogelijkheden om een countertenor te worden.

In het begin van de Renaissance is de stem het belangrijkste instrument. De stem is het instrument wat God geschapen heeft, niets kan dat overtreffen. Er werd daarom weinig muziek gecomponeerd voor andere instrumenten. De muziek die eigenlijk voor de zang was geschreven werd ook vaak bespeeld door bijvoorbeeld de trombones, orgel of kromhoorns.

Later in de Renaissance werden andere instrumenten pas interessant en gehoord. Er werd nu dus ook muziek voor hen gecomponeerd, dit was vooral muziek om op te dansen.